GA VEILIG EN VOORBEREID HET NATUURIJS OP!

Koop een VEILIGHEIDSSET voor uw veiligheid op NATUURIJS!

Tips Veilig Schaatsen
Natuurijs
Veiligheids- middelen
Over de Stichting
Contact en Links
IJs Foto's
Info voor Verenigingen

 
IJSLEZEN

Hoe herken je of natuurijs veilig is.

Natuurijs is mooi. Om op te schaatsen, als het houdt. Het is ook mooi om naar te kijken. Het is op verschillende plekken en op verschillende tijden verschillend. Zoals een alpinist een berg probeert te “lezen” om een mooie route omhoog te vinden, zo kan je ook het ijs lezen. Zodat je op veilig en lekker ijs kan schaatsen.
Op uitgezette en gecontroleerde tochten hou je je daar niet zo mee bezig. Als je de scheuren maar weet te vermijden is het al genoeg. Dat het ijs betrouwbaar is, weet je zeker. Daar heeft de organisatie van de tocht voor gezorgd. Op alle andere plaatsen weet je het maar nooit met de stevigheid van het ijs.

Het duurt vaak (te) lang voordat het ijs voldoende dik is voor een tocht. Het gaat alweer dooien. Vandaar dat veel mensen gaan schaatsen op niet-gecontroleerd ijs. Zeker weten dat het ijs houdt doe je dan nooit. Gelukkig nemen hoe langer hoe meer mensen een werptouw en een ijspriem mee om een ander of zichzelf te kunnen redden als het onverhoopt misgaat.

Maar hoe kan je voorkómen dat het misgaat. Waar moet je op letten om het risico op een nat pak of erger te verminderen.

Informatie vooraf

Houd de plaatselijke (weer)berichten in de krant of de lokale tv in de gaten. Stel je op de hoogte van de locale ijssituatie. Het is goed om ook voordat het water is dichtgevroren al eens een kijkje te nemen. Weet hoe het water is dichtgevroren, bijvoorbeeld met of zonder wind. Hoeveel nachten het ijs al ligt. Waar er stroming in het water is enzovoorts. Blijf daarbij kritisch en zorg dat je weet wat de feiten zijn. Aan (over)bezorgde of onbezorgde opinies heb je niet genoeg.

Waar let je op als je op het ijs bent

De kwaliteit, hardheid en kleur van ijs kunnen zeer verschillend zijn. De meest gestelde vraag is dan ook: wanneer is ijs betrouwbaar? KNSB-toertochten worden georganiseerd als er een ijsvloer van minimaal 10 centimeter ligt. De Elfstedentocht met duizenden deelnemers gaat door bij 16 centimeter ijs. Bij gezond ijs is voor minder grote aantallen schaatsers ongeveer 6 centimeter voldoende. Let wel: het ijs kan in dikte en sterkte op korte afstand sterk verschillen. Bijvoorbeeld: als er ergens stroming onder het ijs is of het water veel dieper zal het ijs dunner zijn. Met behulp van een stok kan je makkelijk uittesten hoe dik het ijs is. Met een beetje oefenen weet je: als ik x keer hard op het ijs tik en de stok gaat er niet door dan houdt het (hier!) ook een schaatser. Ook leer je dan aan de hand van het geluid te beoordelen hoe stevig het ijs is. Elk jaar moet je opnieuw de juiste maten weer vaststellen.

Kleur

Zwart ijs lijkt eng, maar is meestal het sterkst en het taaist. Vuilwit sneeuwijs is veel brosser en breekt veel eerder zonder kraken.
In het begin is het ijs vaak helder doorzichtig en kan je bij ondiep water en een lichte bodem allerlei diertjes en planten zien. Je kan dan ook makkelijk de dikte inschatten. Bijvoorbeeld aan het hand van belletjes, die in het ijs vast zitten, maar eronder een beetje bewegen als je op het ijs stampt. In de loop van een aantal dagen wordt het ijs matter en is het niet meer doorzichtig.
Dooiend ijs wordt dof en kan minder gewicht dragen dan vriezend ijs, dat glanst. Als er door de dooi veel water op het ijs komt glanst het weer wel, maar is natuurlijk niet sterker geworden.
Zie je kleur in de loop van dag veranderen, dan kan het gevaarlijk worden.
Sneeuw op het ijs maakt het heel lastig om de sterkte van het ijs in te schatten.

Bijzondere plaatsen

Maar ook al is het ijs in het algemeen betrouwbaar, er blijven altijd plaatsen waar voorzichtigheid geboden is.

Onderstroom bijvoorbeeld door gemalen maakt dat het ijs van onder af dunner wordt.

Bij rietkragen zal er veel zonne-instraling opgenomen worden en zal het ijs vlak daarnaast dunner zijn.

Windwakken zijn plaatsen die door de wind langer zijn opengehouden. Het binnenste deel is vaak mooi glad en zwart, maar is wel (veel) dunner dan de kant waar de wind de ijskristallen naartoe heeft geblazen. Omdat het meestal vriest bij noord/oosten wind is dus de zuidwest kant meestal het sterkst. Daar zie je vaak een grote, brede rommelig rand van geel/wit ijs.

Veilige en gevaarlijke plekken

De veiligste plekken zijn in het algemeen uiterwaarden (en andere ondergelopen stukken land), ondiepe bosvennen, landijsbanen, smalle boerensloten.
De gevaarlijkste plekken zijn brede vaarten, die onregelmatig en later dichtvriezen, grote meren, plekken met veel watervogels, water, dat diep is of waar diverse vormen van waterinstroom of onderstroom zijn.
Als het water dichtvriest met wind levert dat ook gevaarlijke windwakken op.
In de loop van de tijd worden de verschillen tussen de dunnere ex-windwakken en het dikkere ijs minder zichtbaar. Er is sprake van een soort van versmelting. Dat betekent dat je nóg voorzichtiger moet zijn.
Waar er onderstroming is zal het ijs aan de onderkant slijten als het maar een paar graden vriest. Voor die plekken is meer vorst nodig. Het kan dus zijn dat ook als het vriest (maar een paar graden) het ijs dunner wordt.

Door wind op grote ijsvlakten kan het water eronder heen en weer worden gepompt. Daardoor kan het ijs van onder slijten. Staan er visnetten onder de waterspiegel, dan kan het water daarlangs omhoog gepompt worden, waardoor er sleuven in het ijs komen. Ook ontstaan kistwerken op een dergelijke manier. Waar een meer of plas smaller wordt kan het ijs de druk van de wind niet meer kwijt en kan het ijs omhoog gedrukt worden. Dat levert gevaarlijke maar ook mooie plaatjes op.

Als het toch nog fout gaat: altijd touw en priem mee

Soms gaat het fout. En dan is het moeilijk om uit het wak te komen zonder ijspriem of werptouw.
Kijk dit en ook dit voorbeeld op YouTube. Het leren herkennen van mogelijk gevaarlijke situaties maakt de kans dat je door het ijs zakt minder groot. Maar natuurlijk ben je altijd met een werptouw en een ijspriem voorbereid op het geval dat je onverhoopt toch door het ijs zakt. Zeker weten dat het jou niet overkomt dat je door het ijs zakt weet je alleen als er vaste bodem onder het ijs ligt.

Voorkomen door goed ijslezen is een stuk prettiger dan genezen. Jezelf of een ander makkelijk uit het wak weten te redden is een stuk beter dan dat niet lukt of met veel risico en moeite gaat.